Een schim onder zijn hoedrand
Die in zichzelf praat
Ik zal goed voor je zijn
Als tijd niet bestaat
En de barman vraagt cynisch
Wil je ijs bij je tranen?
Het hagelt katten op de ruit
En de wind klinkt als Wagner
De dronkaard zwalkt tussen ooit en toen
Liefde, mijn liefde
Ik wil je, ik wil je
Ik wil je wild, ik wil je traag
Jouw lach, jouw seks en jouw zoen
En al dat soort dingen die mensen doen
Als tijd niet bestaat
Een gezicht als een gedicht
Je haar morst op mijn borst, als je me kust
Geeft je lichaam licht
Maar alle hoop is hier een waan
Tussen vloeken en gebeden
Geeft de dronkaard zijn dromen en zijn verleden
Als een wijze les aan vreemden
Ik wend mijn blik af en ik denk aan:
Liefde, mijn liefde Ik wil je, ik wil je
Ik wil je wild, ik wil je traag
Jouw lach, jouw seks en jouw zoen
En al dat soort dingen die mensen doen
Liefde, mijn liefde
Ik wil je, ik wil je
Dronken en naakt
Tot ons kreunen verdwaalt in een zoen
En al dat soort dingen die mensen doen
Als tijd niet bestaat